Wanneer we de organisatie gemakshalve grafisch voorstellen in de vorm van een piramide met de directeur aan de top en er een balkon bij maken dan kunnen we hier een paar zaken mee verbinden.
De medewerkers van een bedrijf hebben collega’s in de ondernemingsraad gekozen. Afhankelijk van het aantal medewerkers wordt het aantal zitting hebbende leden vastgesteld.
Werken er tussen de honderd en tweehonderd mensen bijvoorbeeld dan zitter er zeven in de ondernemingsraad. Eenmaal in de ondernemingsraad gekozen hebben ze geen chef of baas meer boven zich. De ondernemingsraad is een zelfstandig en vrij orgaan dat zijn werk in onafhankelijkheid verricht. De directeur (bestuurder) zit er niet in.
Behalve de wet is er niemand die een ondernemingsraad iets voorschrijft en vertelt wat hij moet doen. De leden worden als het ware uit het bedrijf getild en op dat balkon naast de bestuurder gezet. Want daarmee wordt het overleg gevoerd.
In termen van de wet heet deze daar bestuurder. Van hem of haar komt informatie die je koppelt aan hetgeen je hoort van de medewerkers en de visie die je er zelf op nahoudt.
Een ondernemingsraad ziet de dingen vaak scherp daar op dat balkon. Wat hij opmerkt, ziet, signaleert en oppakt gaat uiteindelijk via de bestuurder het bedrijf weer in.
Op dit balkonpositie bespreekt de ondernemingsraad de opgevangen signalen van de medewerkers, uit de markt, uit de media en daar wil hij wat mee. Wat er met de uitingen gebeurt, hoe vitaal en belangrijk ze ook mogen zijn, het is de bestuurder die er dankbaar voor is of ze soms finaal in de wind slaat. Dit staat dichtbij het verhaaltje van de vorige les.
In het contact met de bestuurder moet je als ondernemingsraad vooral weten wat je zelf wilt. Je moet nagedacht hebben en je zult vooral moeten formuleren waar je voor bent.
Dat werkt vaak beter en praat overtuigender dan steeds maar te zeggen dat je tegen bent. Argumenten tegen zijn met weinig moeite naar argumenten voor om te buigen. Vergeet daarbij vooral niet om te werken aan waar je met elkaar alvast over eens bent en begin pas daarna over de verschillen van mening.
Want die zijn intussen door deze aanpak in aantal teruggelopen. Het is goud waard!
Met andere woorden, als ondernemingsraad zit je dus op een positie die in de toeristische folder wel wordt omschreven als riant en met fraai uitzicht over berg en dal.