Als lid van de ondernemingsraad kun je je ei kwijt tijdens twee soorten vergaderingen.
In de eigen ondernemingsraadsvergadering bespreek je onderling waar je het in de bijeenkomst met de bestuurder, die later is, over wilt hebben.
Op deze vergadering wissel je onderling meningen en standpunten uit.
Kom je in een ondernemingsraadsvergadering niet uit een bepaalde kwestie begin er dan op de overlegvergadering (zo heet de bijeenkomst met de bestuurder officieel) maar niet over want wat zou die bestuurder daar mee aan moeten? De ondernemingsraad is waarschijnlijk onderling verdeeld, weet iets niet, spreekt zich tegen en bereikt niets. In termen van de kip: kom op mensen niet kakelen, eieren leggen.
Het aantal vergaderingen ligt niet vast. Het wordt in overleg bepaald. Eigenlijk beschrijft het ondernemingsraadsreglement hoe vaak het is, maar de praktijk wijst wel eens anders.
Er zijn ondernemingsraden die vier keer per jaar bijeen komen voor de eigen vergadering en dan aansluitend de overlegvergadering meepakken. In wezen is dit een wat kille situatie. Op een dag vier keer per jaar gebeurt de hoofdmoot.
Hoe voorbereid kun je dan zijn, hoe zorgvuldig werk je naar een standpunt toe, hoe krijgen woordvoerders bijtijds argumenten in hun hoofd? Dat valt een beetje tegen. Je mag ook acht keer bij elkaar komen of twaalf. Dat hoeft echter niet per se beter te zijn.
Een ondernemingsraad kan in de eigen groep immers behoorlijk de plank misslaan en op die manier een boel tijd en energie verspillen.
Even een experimentje tussendoor om dit te ervaren. Kijk je even mee?
De vraag hierbij luidt hoe vaak je de letter F zit.
Doe rustig aan en tel de zaak desnoods twee keer of meer. Zijn het er twee, drie, vier of misschien vijf? Vaak is er verschil in observatie als je dit met een aantal mensen tegelijk doet. Dat komt omdat we allemaal anders kijken. Je kunt je afvragen hoe dit mogelijk is en het erg vinden. Maar je kunt het ook accepteren en proberen er met elkaar uit te komen. Er zitten trouwens zeven effen in. O ja? Ja.
Een andere veel voorkomende valkuil in de besluitvorming is het gevecht om de beste of juiste mening. Vooral degene die als eerste iets zegt loopt het gevaar direct in de tang te worden genomen; op diens mening rijdt men nog een tijdje rond. Probeer al te vroege stelling inname te voorkomen.
Zet er een andere naast en laat de eerste of eerdere in hun waarde. Vermijd woorden als ‘ja, maar’ en ‘dat ben ik niet met je eens’. Dat zijn van die killers. Een ander inzicht biedt de kans om van elkaar te leren. Dat is een mooi pluspunt in het ondernemingsraadswerk.
Als je dit doortrekt naar het gesprek met de bestuurder kun je in eerste instantie nalaten om op diens voorstellen of argumenten in te springen en ze te willen ontzenuwen. Je laat hem in zijn waarde en brengt de punten naar voren die de ondernemingsraad belangrijk vindt.
‘U kijkt, als ik het goed oppak, vooral naar dit en dit aspect en ben van mening dat …..’
‘Wij hebben bedacht dat …… wij komen uit bij ……. Wij willen met name voorleggen….’
Op deze manier komt de zaak zelf in het middelpunt te staan. Hanteer je daarbij ook nog het LSD-principe dan gaat het bewuster:
L UISTEREN
S AMENVATTEN
D OORVRAGEN
Met name luisteren zonder vooropgezette mening is een hele kunst. Je denkt vaak meteen al het jouwe van een zaak waardoor je niet meer zo goed hoort. Daar wordt het onrustig van. Noteer ook af en toe een enkel woord op de flap-over en er is volwassen overleg.
Met andere woorden, je spreekt dus op twee hoofdpodia. De eigen ondernemingsraadsvergadering en de overlegvergadering. En soms is het een hele toer om elkaar te verstaan en te begrijpen.